Knop oorsprong
Knop stambomen
Knop documenten
Knop foto's
Knop namen
Knop verhalen
Knop plaatsen
Knop contact

Eg uit het familiewapen Chorus

Wapen van de familie Chorus

Wapen familie Chorus klein

Wapen familie Chorus (Leliestaven)
DE NAALDENFABRIKANTEN CHORUS (9)

Noten

  1. Geschichtliches aus der Aachener Nadelindustrie Cornelius Chorusvan de 20e eeuwse naaldenfabrikant en stadsbestuurder A. Thissen, in afleveringen verschenen in Oecher Platt, tijdschrift van de gelijknamige vereniging ‘zur Erhaltung und Förderung der Aachener Mundart’.Jaargang 16-17, 1922-23. Vgl. A. Thissen, Aachener Nadelmarken in Aachener Kunstblätter I, 1906. Vgl. J. Koch, Geschichte der Aachener Nähnadelzunft und Nadelindustrie in Zeitschrift des Aachener Geschichtsvereins (ZAGV), band 41, blz. 16-122., Aken 1919.Vgl. Franz Lerner, Aachener Nadlermarken aus dem frühen 18. Jahrhundert in Scripta Mercaturae, jrg. 12, blz. 149-168, St. Katharinen 1978. Aan deze bronnen zijn ook de in dit artikel afgebeelde naaldmerken ontleend, merendeels afkomstig uit het enige bewaard gebleven merkenboek van de Akense naaldenmakers , in bezit van het Stadsarchief van Aken. Dit merkenboek stamt uit 1726; inzage is mij op 18 augustus 2009 verleend door de directeur van het archief, Dr. Thomas Kraus..
  2. R. A. Peltzer, Geschichte der Messingindustrie und der kunstlerischen Arbeiten in Messing (Dinanderies) in Aachen und den Ländern zwischen Maas und Rhein von der Römerzeit bis zur Gegenwart. In ZAGV, band 30, blz. 235-463, Aken 1908.
  3. Aan dit tolboek, in het Duits bezorgd door K. Häbler, wordt gerefereerd in een artikel van L. Korth in de Kölnische Volkszeitung van 13 juli 1908.
  4. Ch. Quix, Geschichte der Stadt Aachen. Aachen, 1839/1840.
  5. Ibid.
  6. Voor zover raadsbesluiten van na de stadsbrand van 1656 de turbulente Franse tijd en de Tweede Wereldoorlog hebben overleefd zijn deze te raadplegen in het stadsarchief van Aken. Dit archief is helaas wegens jarenlange bezuinigingen slechts moeizaam en op zeer beperkte tijden te raadplegen. Zonder voorafgaande afspraak kunnen bronnen niet worden ingezien. Omslachtig, maar nog een hele troost vergeleken met de ramp die het stadsarchief van Keulen in 2009 overkwam (ingestort tijdens werkzaamheden aan de metro).
  7. C.L. de Pöllnitz, Amusemens des Eaux d’Aix-la-Chapelle. Amsterdam 1736. Thissen citeert uit deDuitse uitgave: K.L. von Pöllnitz, Zeitvertreib bey den Wassern zu Achen, Berlin 1737.
  8. Kinderen werden onder andere ingezet bij het uitsorteren van naalden. Om de slechte exemplaren te scheiden van de goede gebruikten zij hun pink. Dit werk werd ‘ausklinken’ genoemd en ligt ten grondslag aan de ‘Klenkes’, de onderlinge groet van Akenaren met de opgeheven pink die nog steeds populair is.

    'Klenkes' de groet van Akenaren

    Het zou overigens nog tot 1829 duren voor in Aken maatregelen tegen uitbuiting van kinderen werden doorgevoerd. In dat jaar openden de naaldenfabrikanten scholen, waar bij hen werkende kinderen vier uur onderwijs per dag dienden te volgen. In 1835 waren er ongeveer 800 kinderen werkzaam in de fabrieken, sommige al vanaf hun vierde jaar. In 1839 werd in Pruisen de minimumleeftijd voor werkende kinderen op 9 jaar gesteld en het dagmaximum op tien uur. In 1855 werd de minimumleeftijd verder opgeschroefd naar 12 jaar en het aantal werkuren werd begrensd op 7 uur, met daarnaast tenminste 3 uur verplicht onderwijs.
  9. Raadsverordening van 12 maart 1699, Stadsarchief Aken.
  10. Gilderol van 20 april 1724, Stadsarchief Aken.
  11. Raadsbesluit van 21 oktober 1726, Stadsarchief Aken.
  12. Gilderol van 10 maart 1727, Stadsarchief Aken.
  13. De 19e eeuwse Akener historicus H.F. Macco tekent in zijn Aachener Wappen und Genealogien (Aachen, 1907, deel 1, blz. 75) aan: “Hoewel hard bewijs voor de afstamming van het oude bestuurdersgeslacht Chorus nog op zich laat wachten, rijgen zich steeds meer kralen aan de ketting die ertoe zal voeren.”
  14. Gerhard Chorus (ca. 1290-1367) was de vertegenwoordiger van Aken aan het hof en heeft als diplomaat veel voor de stad kunnen bewerkstelligen. Hij heeft de stad ook meerdere termijnen als burgemeester gediend, in welke periode zowel met de bouw van het raadhuis als die van het majestueuze koor van de dom werd begonnen. De o.m. door de (evenals Macco uit Aken afkomstige) historicus Christian Quix (zie o.a. noot 4) in diens Biographie des Ritters Chorus (Aachen 1842) beschreven aanname dat de familienaam ontleend werd aan dat laatste initiatief (koor in het Latijns: chorus) kan niet kloppen, omdat er reeds voor Gerhard Chorus, in de 13e eeuw, Chorussen genoemd staan in Akener akten. Zie ook M. Birmanns, Ritter Gerhard Chorus, Bürgermeister von Aachen. Aken, 1913. Vertaling in het Nederlands te vinden op internet: www.chorusgen.nl
  15. Dit betreft Quirinus Chorus, geb. ca. 1653, gehuwd met Odilia Lümments. Deze Quirinus is niet de naaldmeester, maar wel een tijdgenoot en zeer waarschijnlijk diens neef. Zie de genealogie op www.chorusgen.nl
  16. Thissen haalt deze akte aan als van notaris Joan Meessen, d.d. 20 febr. 1727, maar vermeldt niet waar de akte zich bevindt.
  17. Het opvolgingstarief bedroeg 15 Akener guldens (de helft van het tarief voor nieuwelingen), plus een lederen emmer en twee ‘Viertel’ (kwart liter) wijn.
  18. Raadsverslag van 18 april 1754, Stadsarchief Aken.
  19. P.A. Nemnich, Nachrichten über die Fabriken und Manufacturen der Stadt Aachen. Een manuscript naar de handelsdagboeken van de auteur, aanwezig in het Stadsarchief Aken. Hierin vooral aandacht over de naaldindustrie van na 1814. Behalve de toenmalige fabriek van Xavier von Guaita, die deze verwierf via zijn huwelijk met Maria Anna Catharina Chorus, dochter van Cornelius Chorus jr., noemt Nemnich als destijds bekende naaldindustriëlen: Leonhard en Nikolas Staz, Stephan Beissel & Zoon, G.K. Springsfeld, Von Pier.
  20. K.F. Meyer, Meine historischen Gedanken über die Stadt Aachen’schen Fabriken. Aachen 1807. Blz. 63.
  21. R. Pick, Aus Aachens Vergangenheit. Aachen 1895. Blz. 387.
  22. Dat vooral het werk in de slijperijen, aan de schuurbanken, ongezond kon zijn, werd pas halverwege de 19e eeuw bekend. Friedrich Engels beschreef in zijn Die Lage der arbeitenden Klasse in England - nach eigner Anschauung und authentischen Quellen, Leipzig 1845 de werkomstandigheden van arbeiders in Sheffield, die vaak niet ouder werden dan 45-50 jaar door het veelvuldig inademen van fijne staal- en steenstofdeeltjes. Dat gold echter met name het droog slijpen, een methode die in het ruwwerk van de naaldenfabricage in het Aken van een eeuw eerder niet gebruikt werd, en bovendien was de schaal in de messenproductie en in de scheepsbouw in de Noord-Engelse industriegebieden door het gebruik van (stoom)machines niet vergelijkbaar. Dit neemt niet weg, dat ook in de naaldenfabricage gezondheidsproblematiek een rol gespeeld moet hebben. Zie ook Aachen im 19. Jahrhundert - Die Zeit der Frühindustrialisierung, Museum Burg Frankenberg, Aachen 1991. Over de naaldenfabricage in Aken sinds de Tweede Wereldoorlog: Horst Lange, Wirtschaftsgeschichte der Region Aachen vom Ende des Zweiten Weltkriegs bis zur Gegenwart, Köln 2000. Hierop zijn de beide bijlagen gebaseerd die hieronder staan opgenomen.
  23. Raadsbesluit van 4 augustus 1739, Stadsarchief Aken.
  24. Pick, ibid., blz. 414 e.v. Zie ook H. Savelsberg, Zur Geschichte der Heppions-Wassermühle, in Aus Aachens Vorzeit, 14e jaargang 1901, blz. 17 e.v.
  25. H.J. Gross, Zur Geschichte des Aachener Reichs in Aus Aachens Vorzeit, 6e jrg. 1893, blz. 83.
  26. G. Foster, Ansichten vom Niederrhein. Mainz 1792. Thissen merkt op dat in zijn tijd – bijna een eeuw later – nog altijd met soortgelijke schuurbanken werd gewerkt, zij het dat deze intussen geheel van hout waren (dus zonder tijk), in de toen door Von Guaita gedreven fabriek aan de Rosstrasse, oorspronkelijk van Cornelius Chorus jr.
  27. H. Savelsberg, Zur Geschichte des Hauses ‘zum Horn’ in der Jakobstrasse. In Aus Aachens Vorzeit, 12e jrg.1899, blz. 31 e.v. en 13e jrg. 1900, blz. 16 e.v.
  28. Maria Barbara Theresia Chorus werd geboren op 21 april 1709. Haar echtgenoot Franz Rudolf von Collenbach was ‘Kurpfälzischer Geheimrat’ en rechtskundig adviseur van de heren van Jülich (Gulick), bewoners van het landgoed Bodenhof bij Aken.
  29. H.A. Waldner, Ein Wander- und Studienbuch von alter rheinischer Heimatskunst. Hannover 1917. Blz. 61 e.v. Meer over de naaldmerken zie: F. Lerner, Aachener Nadelmarken aus dem frühen 18.Jh. Aachen 1978. Blz. 149-168.
  30. Het verzoekschrift was op 16 juni 1710 ingediend. Na zijn verdwijning in diezelfde zomer heeft men pas in 1714 bij geruchte iets over zijn lot vernomen, hij zou in 1713 in Wenen gestorven zijn. Weer later, op 17 februari 1727, dook de stiefzoon echter weer op in Aken, waar hij tegenover een notaris verklaarde, dat hij jarenlang in krijgsdienst van de keizer geweest was, daarbij in verre landen had vertoefd en de 2 Groschen porto voor een brief naar huis liever had besteed aan drank.
  31. Thissen noemt geen bron, maar waarschijnlijk ontleende hij de gegevens aan in het stadsarchief van Aken bewaarde zittingsprotocollen van de gildebesturen.
  32. Deze notariële akte bevindt zich in het Stadsarchief van Aken. De notaris stelt dat hij tijdens de Leipziger Messe (beurs) bij twee handelaars uit Iserlohn, Stephan Reuzigen (51 jaar oud) en Friedrich Engels (40 jaar oud), partijen naalden had aangetroffen, die “zowel op het blauwe als op het witte papier met het wildeman-teken waren gemerkt” en dat beide handelaren hadden verklaard, dat zij die naalden van Peter Merken uit Aken hadden betrokken.
  33. H. Velten, Aachener Prozesse am Reichkammergericht in Zeitschrift des Aachener Geschichtvereines. Bd. 18, 1896. Blz. 77-213, m.n. blz. 112. De processtukken zijn ook te raadplegen in het Stadsarchief van Aken.
  34. Ibid.
  35. H. Savelsberg, Zur Geschichte der Wege- und Wassergerechtsamen in der Aachener Heide aus dem 18. Jahrhundert in Aus Aachens Vorzeit, Band 13 (1900).

Tabel productiviteit naaldenfabricage Aken 1760-1991

Bedrijfsstamboom Chorus Naaldenfabrikanten 1754-2015

Terug naar begin